Deel 2: Vragen die je als vrijwilliger stelt aan de uitzendende organisatie.

1 van 15 - Is er direct contact tussen de uitzendende organisatie en het project?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Dit is belangrijk om meer te weten te komen over het project. Maak hier ook gebruik van en stel zoveel mogelijk vragen zodat je je zo goed mogelijk kan voorbereiden. Zie hier tien criteria voor een goed project
Het is belangrijk dat je verder vraagt. Hoe houdt de uitzendende organisatie er dan zicht op dat het project werk doet dat in het belang is van het kind? Het is beter om voor een andere organisatie te kiezen.
Het is belangrijk dit na te vragen zodat je ook vragen kan stellen over het project, je er zekerder van kan zijn dat ze ook controle houden op het lokale project en dat het lokale project in het belang is van het kind.
2 van 15 - Moet ik een speciaal visum hebben om vrijwilligerswerk te kunnen doen?
- Ja
- Nee
In de meeste landen is het illegaal om vrijwilligerswerk te kunnen doen op een toeristenvisum. Ook als de organisatie zegt dat je op een toeristenvisum vrijwilligerswerk mag doen, is het belangrijk dat je zelf nagaat wat de wet is in het desbetreffende land. Dit kan je vaak vinden op de website van de immigratiedienst van het desbetreffende land.  
Als de organisatie zegt dat er geen speciaal visum nodig is, zoek dan wel even uit in de wet of dat dat ook echt zo is. In de meeste landen is het illegaal vrijwilligerswerk te doen op een toeristenvisum
3 van 15 - Weet je wat de lange termijn doelen van het project zijn?
- Ja
- Nee
Zijn deze doelen opgesteld in samenwerking met erkende lokale organisaties? Dat is belangrijk om te weten zodat het project bijdraagt aan de lokale behoefte.
Het is belangrijk om te weten wat de lange termijn doelen zijn van een project, zodat je ook weet waarnaartoe gewerkt wordt en wanneer het project de doelen behaald heeft. Belangrijk is dat lokale organisaties betrokken zijn bij de formulering van deze doelen zodat het aansluit op de lokale behoefte. Ga dit dus ook na!
4 van 15 - Zijn de behoeften van de lokale bevolking onderzocht?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Dan is het belangrijk om na te gaan of hier lokale organisaties of de gemeenschap bij betrokken zijn, zodat dit ook aansluit op de lokale behoeften.
Als de behoefte niet is bepaald, dan weet je eigenlijk niet of het project bijdraagt aan het oplossen van lokale problemen en of de lokale bevolking behoefte heeft aan dit project. Vraag ernaar bij de organisatie of kies een ander project.
Dan is het belangrijk om na te gaan of hierbij lokale organisaties of de gemeenschap bij betrokken zijn, zodat het project aansluit op de lokale behoefte.
5 van 15 - Is de lokale bevolking betrokken bij het project?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Dat is goed. Projecten moeten gedragen worden door lokale mensen. Zij weten wat er speelt in hun land en wat zij nodig hebben. Het project moet aansluiten op de lokale behoefte.
Het is belangrijk dat een project niet alleen op westerse mensen draait. Lokale mensen moeten betrokken zijn bij het project. Zij weten wat er speelt in hun land en wat zij nodig hebben. Het project moet aansluiten op de lokale behoefte.
Dan is het belangrijk om na te gaan of hierbij lokale organisaties of de gemeenschap bij betrokken zijn, zodat het project aansluit op de lokale behoefte en niet alleen op westerse mensen draait.  
6 van 15 - Sluit het project aan op activiteiten en doelstellingen van de lokale overheid omtrent het beleid in de zorg voor kinderen zonder adequate ouderlijke zorg?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Dat is goed. Projecten moeten aansluiten op het beleid van de lokale overheid. Wanneer geen goede behoefteanalyse is gedaan kunnen projecten die opgezet zijn door westerse mensen het lokale beleid tegenwerken. Het project moet aansluiten op de lokale behoefte en beleid. De meeste landen stellen dat het kind ten alle tijde in een familieomgeving dient op te groeien. Ga daarom geen vrijwilligerswerk doen in een kinderhuis, hiermee houd je ze in stand.
Projecten moeten aansluiten op het beleid van de lokale overheid. Wanneer geen goede behoefteanalyse is gedaan kunnen projecten die opgezet zijn door westerse mensen het lokale beleid tegenwerken. Het project moet aansluiten op de lokale behoefte en beleid. De meeste landen stellen dat het kind ten alle tijde in een familieomgeving dient op te groeien. Ga daarom geen vrijwilligerswerk doen in een kinderhuis, hiermee houd je ze in stand.
Dan is het belangrijk om na te gaan wat het beleid van de lokale overheid is en de doelstellingen van het project. Projecten moeten aansluiten op het beleid van de lokale overheid. Wanneer geen goede behoefteanalyse is gedaan kunnen projecten die opgezet zijn door westerse mensen het lokale beleid tegenwerken. Het project moet aansluiten op de lokale behoefte en beleid. De meeste landen stellen dat het kind ten alle tijde in een familieomgeving dient op te groeien. Ga daarom geen vrijwilligerswerk doen in een kinderhuis, hiermee houd je ze in stand. Het is minstens zo belangrijk om te weten of het kinderhuis geregistreerd en dus gecontroleerd wordt door de overheid.
7 van 15 - Is het duidelijk waar jouw geld precies aan wordt besteed?
- Ja
- Nee
Heel goed als de organisatie transparant is in de financiën en ze duidelijk maken welk deel van het bedrag naar de lokale ontvangende organisatie gaat (en wat voor de kinderen gebruikt wordt), welk deel besteed wordt aan de coördinatie in Nederland en wat er aan transport en andere kosten wordt gebruikt.
Het is belangrijk om te weten waar jouw geld naartoe gaat en hoeveel er uiteindelijk terecht komt bij het project waarvoor je je wilt gaan inzetten. Vraag bijvoorbeeld om een financieel jaarverslag.
8 van 15 - Is het project afhankelijk van vrijwilligers?
- Ja
- Nee
Om het werk goed voort te kunnen zetten is het uitermate belangrijk dat er voldoende personeel in dienst is en jij eigenlijk overbodig bent. Jouw rol zou enkel een ondersteunende rol mogen zijn en eigenlijk alleen een rol voor overdracht van kennis en/of vaardigheden aan het lokale personeel.
Ook als het project niet afhankelijk is van vrijwilligers is het belangrijk je af te vragen of jouw rol belangrijk is voor het project en niet afhankelijkheid in de hand werkt.
Om het werk goed voort te kunnen zetten is het uitermate belangrijk dat er voldoende personeel in dienst is en jij eigenlijk overbodig bent. Jouw rol zou enkel een ondersteunende rol mogen zijn en eigenlijk alleen een rol voor overdracht van kennis en/of vaardigheden aan het lokale personeel.
9 van 15 - Wonen de kinderen in mijn project thuis?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Dat is goed. Daar hebben de kinderen vaste hechtingsfiguren en zal het komen en gaan van vrijwilligers niet persé een nadelige invloed hebben op hun ontwikkeling.
Het opgroeien in kinderhuizen is onwenselijk. Het kan zijn dat goed georganiseerde en gecontroleerde kinderhuizen nodig zijn om ouders en kinderen te ondersteunen. Dit moet dan altijd tijdelijk en kleinschalig zijn en de situatie in een gezin nabootsen totdat een beter alternatief (bijvoorbeeld een pleeggezin of onder begeleiding re-integratie in het gezin) is gevonden. Plaatsing in een kinderhuis voor kinderen onder de drie jaar zou in geen enkel geval moeten worden toegestaan, aangezien de ontwikkeling van een kind in deze fase op het gebied van één-op-één interactie en hechting cruciaal is voor fysieke en emotionele groei en welzijn. De meeste organisaties realiseren zich niet dat andere vormen van zorg goedkoper zijn én meer in het belang van het kind. In ons land en in de landen om ons heen is de jeugdzorg dan ook afgestapt van opvang in grote kinderhuizen en zetten we in op opvang in pleeggezinnen of gezinshuizen. In landen in Afrika, Azië en Zuid Amerika, waar nog veel van de kinderhuizen staan waar vrijwilligers naartoe gaan, hebben overheden ook beleid gericht op gezinsopvang en het ontwikkelen van pleegzorg en nationale adoptie. Toch zijn er nog heel veel kinderhuizen. In sommige landen zelfs steeds meer, omdat donoren en vrijwilligers daaraan verbonden zijn en ze in stand houden. Dat moet je aan het denken zetten. Ga daarom nooit in een kinderhuis vrijwilligerswerk doen.
Het is belangrijk om te achterhalen of de kinderen bij het project waarvoor jij wilt gaan werken thuis wonen of in een kinderhuis. Het opgroeien in kinderhuizen is namelijk onwenselijk. Het kan zijn dat goed georganiseerde en gecontroleerde kinderhuizen nodig zijn om ouders en kinderen te ondersteunen. Dit moet dan altijd tijdelijk en kleinschalig zijn en de situatie in een gezin nabootsen totdat een beter alternatief (bijvoorbeeld een pleeggezin of onder begeleiding re-integratie in het gezin) is gevonden. Plaatsing in een kinderhuis voor kinderen onder de drie jaar zou in geen enkel geval moeten worden toe-gestaan aangezien de ontwikkeling van een kind in deze fase op het gebied van één-op-één interactie en hechting cruciaal is voor fysieke en emotionele groei en welzijn. De meeste organisaties realiseren zich niet dat andere vormen van zorg goedkoper zijn én meer in het belang van het kind. In ons land en in de landen om ons heen is de jeugdzorg dan ook afgestapt van opvang in grote kinderhuizen en zetten we in op opvang in pleeggezinnen of gezinshuizen. In landen in Afrika, Azië en Zuid Amerika, waar nog veel van de kinderhuizen staan waar vrijwilligers naartoe gaan, hebben overheden ook beleid gericht op gezinsopvang en het ontwikkelen van pleegzorg en nationale adoptie. Toch zijn er nog heel veel kinderhuizen. In sommige landen zelfs steeds meer, omdat donoren en vrijwilligers daaraan verbonden zijn en ze in stand houden. Dat moet je aan het denken zetten. Ga daarom nooit in een kinderhuis vrijwilligerswerk doen.
10 van 15 - Streeft het project naar hereniging van het kind met de familie?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Het is zeer belangrijk dat de organisatie er alles aan doet het kind te herenigen met familie, of in een andere permanente familieomgeving te plaatsen. Het opgroeien in een kinderhuis heeft negatieve effecten op de ontwikkeling van kinderen. Lees hierover meer in de position paper van Better Care Network Netherlands. Belangrijk is te weten hoeveel kinderen ze hebben kunnen herenigen en wat de situatie is van de kinderen die er nog zitten. Waarom wonen zij daar en wordt er gezocht naar betere alternatieven? Lees de position paper
Het doen van vrijwilligerswerk in kinderhuizen stimuleert de scheiding van kinderen van hun families. In een kinderhuis met wisselende verzorgers die te weinig tijd hebben om goed op hun behoeftes in te gaan, missen kinderen die hechtingsfiguren en ontstaan er hechtingsproblemen. Daarom moet de opvang van kinderen in een kinderhuis altijd tijdelijk en kleinschalig zijn en de situatie in een gezin nabootsen totdat een beter alternatief (bijvoorbeeld re-integratie in het gezin met behulp van pleegzorg) is gevonden. Plaatsing in een kinderhuis voor kinderen onder de drie jaar zou in geen enkel geval moeten worden toegestaan aangezien de ontwikkeling van een kind in deze fase op het gebied van één-op-één interactie en hechting cruciaal is voor fysieke en emotionele groei en welzijn. Hechtingsproblemen merk je aan kinderen als ze klein zijn, maar zeker ook als ze groter worden. Kinderen met onveilige hechting hebben vaker problemen met het kunnen reguleren van hun emoties. Bovendien ontwikkelen ze een verstoord beeld van de wereld en van anderen: anderen zijn niet te vertrouwen; de wereld is een onveilige plek; ik kan niet op mensen terugvallen als ik het moeilijk heb; mensen laten me altijd in de steek en ga zo maar door. Hieruit vloeit een verstoord zelfbeeld: er is iets mis met mij; ik ben niet oké; ik ben niet goed genoeg anders zouden mensen blijven en ga zo maar door. Ze leven met het idee dat de vrijwilligers hen uiteindelijk toch in de steek zullen laten. Dit versterkt aanklampend of juist afstandelijk gedrag in belangrijke intieme relaties. Hierdoor zijn ze ook kwetsbaarder om in onveilige relaties te belanden. Het kind krijgt door het gedrag van vrijwilligers of het in stand houden van wees-huizen onvoldoende de kans om gezonde ervaringen op te doen. Daarbij loopt het kind een groot risico op onveilige hechting met eigen kinderen. Om die redenen hebben we in Nederland ook geen weeshuizen meer.
Het is belangrijk dit na te gaan, omdat opgroeien in een kinderhuis negatieve effecten heeft op de ontwikkeling van een kind. Lees hierover meer in de position paper van BCNN. Je kunt ook vragen stellen bij de uitzendende organisatie of het lokale project. Worden de kinderen op korte termijn weer herenigd met hun familie, hebben ze momenteel contact met hun familie en waarom wonen ze nog in het kinderhuis? Lees de position paper
11 van 15 - Voer je zorgtaken uit als vrijwilliger?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Het uitvoeren van zorgtaken werkt een onveilige hechting van de kinderen in de hand. Elk kind heeft behoefte aan vaste verzorgers, ouders, familieleden of andere volwassenen, met wie hij of zij een langdurige, wederkerige relatie heeft. Deze vaste personen leggen de basis voor relaties en omgangsvormen met alle andere personen die een kind later in zijn/haar leven tegenkomt. Hoe jonger een kind is, des te belangrijker is het voor hem of haar om te weten op wie hij/zij kan terugvallen. In een kinderhuis met wisselende verzorgers die te weinig tijd hebben om goed op hun behoeftes in te gaan, missen kinderen die hechtingsfiguren. Dat merk je aan kinderen als ze klein zijn, maar zeker ook als ze groter worden. Kinderen en volwassenen met hechtingsproblemen hebben vaak minder vertrouwen in zichzelf en anderen, verlatingsangst en moeite met het opbouwen van vriendschappen en relaties. Maar ook op intellectueel vlak verloopt hun ontwikkeling moeizamer.
Als je geen zorgtaken uitvoert is dat goed. Maar let wel op: door in een kinderhuis te gaan werken hou je dit in stand. Kinderen horen in gezinnen op te groeien, niet in kinderhuizen.
Voer geen zorgtaken uit bij kinderen. Kinderen hebben vaste verzorgers nodig voor een veilige hechting. Ga ook geen vrijwilligerswerk in een kinderhuis doen, hiermee hou je kinderhuizen in stand en groeien kinderen onnodig op in kinderhuizen. Als je met kinderen wilt gaan werken, kijk dan of je bij jou in de buurt vrijwilligerswerk met kinderen kunt doen. Er zijn genoeg kinderen in Nederland die jouw hulp goed kunnen gebruiken! En als je wilt reizen, zoek dan naar een leervakantie of ga vrijwilligerswerk doen dat gericht is op gemeenschappen en kinderen in gezinnen. Zie hier 10 criteria voor een goed project.
12 van 15 - Is er een goed kinderbeschermingsbeleid?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Dat is goed om te horen, maar blijf kritische vragen stellen: Weet je ook hoe die wordt nageleefd? Is er bijvoorbeeld controle op en wie voert dat uit? Wordt er gevraagd om een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en is er een gedragscode waaraan je je moet te houden? Is er een zero-tolerance beleid met betrekking tot ongepaste gedragingen richting kinderen? Geldt er een vier-ogen principe in omgang van kinderen (nooit iemand alleen met een kind)? Zijn er heldere procedures voor het rapporteren van geweld tegen kinderen en andere zorg rond de veiligheid van kinderen en hun privacy? Heeft de organisatie een duidelijk beleid voor hoe om te gaan met vertrouwelijke informatie? Welke informatie mag naar buiten via films, foto’s, verslagen, weblogs en social media? Is er een calamiteitenprotocol?
Je moet je afvragen of de organisatie het belang van het kind voorop heeft staan als er geen kinderbeschermingsbeleid is. Zeker voor kwetsbare kinderen is het belangrijk dat er alles aan wordt gedaan het kind te beschermen, zoals door een gedragscode en, belangrijker nog, door een sterke controle op de naleving ervan. Een goed kinderbeschermingsbeleid omvat thema’s als Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), gedragscode, zero-tolerance beleid met betrekking tot ongepaste gedragingen richting kinderen, vier-ogen principe in omgang van kinderen, heldere procedures voor het rapporteren van geweld tegen kinderen en andere zorg rond de veiligheid van kinderen en hun privacy. De organisatie moet een duidelijk beleid hebben voor hoe om te gaan met vertrouwelijke in-formatie en welke informatie naar buiten mag via films, foto’s, verslagen, weblogs en social media. Ook moet er een calamiteitenprotocol zijn.
Het is belangrijk deze vraag te stellen bij de organisatie. Als ze er geen goed antwoord op hebben, doe dan geen vrijwilligerswerk bij deze organisatie. Een goed kinderbeschermingsbeleid omvat thema’s als Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), gedragscode, zero-tolerance beleid met betrekking tot ongepaste gedragingen richting kinderen, vier-ogen principe in omgang van kinderen, heldere procedures voor het rapporteren van geweld tegen kinderen en andere zorg rond de veiligheid van kinderen en hun privacy. De organisatie moet een duidelijk beleid hebben voor hoe om te gaan met vertrouwelijke informatie en welke informatie naar buiten mag via films, foto’s, verslagen, weblogs en social media. Ook moet er een calamiteitenprotocol zijn.
13 van 15 - Is er een goede voorbereiding voor vrijwilligers?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Bij een goede voorbereiding worden de volgende aspecten behandeld:
- Wat vrijwilligers wel en wat zij niet mogen (zoals inzien van dossiers van kinderen, spreken met ouders enz.).
- Hoe te zorgen voor een goede hechting van kinderen met vaste lokale medewerkers en waarom vrijwilligers dus niet ingezet worden in directe begeleiding van kinderen.
- Hoe binnen de organisatie rechten van kinderen worden gewaarborgd en waar eventuele misstanden te melden zijn.
- Hoe de organisatie omgaat met klachten en eventueel door de vrijwilligers gemaakte fouten.
- Hoe om te gaan met giften en meegebrachte materialen en cadeautjes (denk aan ballonnen en snoepgoed) en nieuwe ideeën van vrijwilligers voor uitstapjes en projecten.
- Hoe om te gaan met de visie en missie van het project en hoe respect te tonen voor de religieuze achtergrond van het project en/of de kinderen en ouders of cultuur.
- Hoe om te gaan met calamiteiten (bijvoorbeeld brand).
- Hoe om te gaan met kinderen die zich onwenselijk gedragen: wat is beleid binnen de organisatie en hoe wordt omgegaan met straf en beloning.
- Hoe de vrijwilliger bij de kinderen wordt geïntroduceerd en hoe afscheid genomen wordt als de vrijwilliger vertrekt.
Zonder gedegen voorbereiding moet je niet vrijwilligerswerk met kinderen gaan doen. Zoek een organisatie die daar goede aandacht aan besteedt. Bij een goede voorbereiding worden de volgende aspecten behandeld:
- Wat vrijwilligers wel en wat zij niet mogen (zoals inzien van dossiers van kinderen, spreken met ouders enz.).
- Hoe te zorgen voor een goede hechting van kinderen met vaste lokale medewerkers en waarom vrijwilligers dus niet ingezet worden in directe begeleiding van kinderen.
- Hoe binnen de organisatie rechten van kinderen worden gewaarborgd en waar eventuele misstanden te melden zijn.
- Hoe de organisatie omgaat met klachten en eventueel door de vrijwilligers gemaakte fouten.
- Hoe om te gaan met giften en meegebrachte materialen en cadeautjes (denk aan ballonnen en snoepgoed) en nieuwe ideeën van vrijwilligers voor uitstapjes en projecten.
- Hoe om te gaan met de visie en missie van het project en hoe respect te tonen voor de religieuze achtergrond van het project en/of de kinderen en ouders of cultuur.
- Hoe om te gaan met calamiteiten (bijvoorbeeld brand).
- Hoe om te gaan met kinderen die zich onwenselijk gedragen: wat is beleid binnen de organisatie en hoe wordt omgegaan met straf en beloning.
- Hoe de vrijwilliger bij de kinderen wordt geïntroduceerd en hoe afscheid genomen wordt als de vrijwilliger vertrekt.
Dit moet je nagaan. Bij een goede voorbereiding worden de volgende aspecten behandeld:
- Wat vrijwilligers wel en wat zij niet mogen (zoals inzien van dossiers van kinderen, spreken met ouders enz.).
- Hoe te zorgen voor een goede hechting van kinderen met vaste lokale medewerkers en waarom vrijwilligers dus niet ingezet worden in directe begeleiding van kinderen.
- Hoe binnen de organisatie rechten van kinderen worden gewaarborgd en waar eventuele misstanden te melden zijn.
- Hoe de organisatie omgaat met klachten en eventueel door de vrijwilligers gemaakte fouten.
- Hoe om te gaan met giften en meegebrachte materialen en cadeautjes (denk aan ballonnen en snoepgoed) en nieuwe ideeën van vrijwilligers voor uitstapjes en projecten.
- Hoe om te gaan met de visie en missie van het project en hoe respect te tonen voor de religieuze achtergrond van het project en/of de kinderen en ouders of cultuur.
- Hoe om te gaan met calamiteiten (bijvoorbeeld brand).
- Hoe om te gaan met kinderen die zich onwenselijk gedragen: wat is beleid binnen de organisatie en hoe wordt omgegaan met straf en beloning.
- Hoe de vrijwilliger bij de kinderen wordt geïntroduceerd en hoe afscheid genomen wordt als de vrijwilliger vertrekt.
14 van 15 - Is er goede begeleiding ter plaatse?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
Goede begeleiding betekent dat de begeleider in een taal spreekt die de vrijwilliger ook spreekt. De vrijwilliger heeft een aanspreekpersoon die hem/haar wegwijs maakt in praktische zaken. Er is een introductietraining toegespitst op werkzaamheden en cultuur. Er wordt een vrijwilligerscontract afgesloten met de ontvangende organisatie rond thema’s als taken en verantwoordelijkheden, houding ten opzichte van kinderen, omgaan met privacy van kinderen en geheimhouding. Er zijn duidelijke afspraken over te verrichten werkzaamheden, taken en verantwoordelijkheden. Er zijn duidelijke afspraken over werktijden en vrije dagen en vakanties. Er zijn duidelijke afspraken over eventuele religieuze verplichtingen.
Ga dan niet naar dit project. Als je op een verantwoorde wijze met kinderen wilt werken, dan moet je goed begeleid worden. Goede begeleiding betekent dat de begeleider in een taal spreekt die de vrijwilliger ook spreekt. De vrijwilliger heeft een aanspreekpersoon die hem/haar wegwijs maakt in praktische zaken. Er is een introductietraining toegespitst op werkzaamheden en cultuur. Er wordt een vrijwilligerscontract afgesloten met de ontvangende organisatie rond thema’s als taken en verantwoordelijkheden, houding ten opzichte van kinderen, om-gaan met privacy van kinderen en geheimhouding. Er zijn duidelijke afspraken over te verrichten werkzaamheden, taken en verantwoordelijkheden. Er zijn duidelijke afspraken over werktijden en vrije dagen en vakanties. Er zijn duidelijke afspraken over eventuele religieuze verplichtingen.
Ga na of er goede begeleiding ter plaatse is zodat je op een verantwoorde wijze vrijwilligerswerk kunt doen. Goede begeleiding betekent dat de begeleider in een taal spreekt die de vrijwilliger ook spreekt. De vrijwilliger heeft een aanspreek-persoon die hem/haar wegwijs maakt in praktische zaken. Er is een introductie-training toegespitst op werkzaamheden en cultuur. Er wordt een vrijwilligers-contract afgesloten met de ontvangende organisatie rond thema’s als taken en verantwoordelijkheden, houding ten opzichte van kinderen, omgaan met privacy van kinderen en geheimhouding. Er zijn duidelijke afspraken over te verrichten werkzaamheden, taken en verantwoordelijkheden. Er zijn duidelijke afspraken over werktijden en vrije dagen en vakanties. Er zijn duidelijke afspraken over eventuele religieuze verplichtingen.
15 van 15 - Is er een klachtenregeling?
- Ja
- Nee
- Weet ik niet
In een goede klachtenregeling is beschreven wanneer vrijwilligers niet goed functioneren, zich niet ethisch gedragen en wanneer zij verwijderd worden van het project. Bovendien zijn er procedures voor de afhandeling van klachten van vrijwilligers.
Verantwoorde, professionele organisaties hebben een klachtenregeling. In een goede klachtenregeling is beschreven wanneer vrijwilligers niet goed functioneren, zich niet ethisch gedragen en wanneer zij verwijderd worden van het project. Bovendien zijn er procedures voor de afhandeling van klachten van vrijwilligers.
Ga dit na! Verantwoorde, professionele organisaties hebben een klachtenregeling. In een goede klachtenregeling is beschreven wanneer vrijwilligers niet goed functioneren, zich niet ethisch gedragen en wanneer zij verwijderd worden van het project. Bovendien zijn er procedures voor de afhandeling van klachten van vrijwilligers.
Waar vind ik meer informatie voor een goed vrijwilligersproject met kinderen?
- Lijst met criteria voor een goed project. Zie hier tien criteria voor een goed project: https://www.stopweeshuistoerisme.nl/criteria/
- Goede alternatieven voor vrijwilligerswerk in een weeshuis: https://www.stopweeshuistoerisme.nl/alternatieven/

Deel 1: Vragen die je als vrijwilliger aan jezelf stelt

klik hier

Kennistest hechting

klik hier

Deel 1: Vragen die je als vrijwilliger aan jezelf stelt

Kennistest hechting

ok, ik snap het! wat nu?

Dus Spread The Word! Deel berichten met

je netwerk en voeg #StopWeeshuisToerisme toe.

Dit is een Campagne van het better care network netherlands

Privacy verklaring

Disclaimer

FAQ

Deel 1: Vragen die je als vrijwilliger aan jezelf stelt

Kennistest hechting

ok, ik snap het! wat nu?

Dus Spread The Word! Deel berichten met

je netwerk en voeg #StopWeeshuisToerisme toe.

‘Toen mijn vader overleed werd ik naar een weeshuis gebracht. Mijn moeder leefde nog wel, maar had te weinig geld om voor mij te zorgen. In het weeshuis voelde ik me vaak buitengesloten en alleen.’

Caterine, ex-weeskind uit Kenia

‘Toen ik een jaar was, overleed mijn vader en op mijn dertiende mijn moeder. Mijn wereld stortte in. Gelukkig kon ik bij mijn opa en oma wonen, maar dat geluk hebben veel weeskinderen niet. Zo kan ik bijvoorbeeld naar school. Later word ik advocaat zodat ik andere kinderen kan helpen.’

Panith (15 jaar), uit Cambodja.

‘Ik heb een vreselijke tijd gehad in het weeshuis. Er waren twee onopgeleide verzorgsters op meer dan honderd kinderen! We werden geslagen en na het eten gingen de slaapzalen op slot. Ook was er veel seksueel misbruik, maar daar sprak niemand over. Het was wij tegen zij.’

Stephen, ex-weeskind uit Kenia

‘Het leven in een weeshuis lijkt op het leven in een dierentuin. We moesten zingen en dansen voor buurtgenoten en geldschieters die naar ons kwamen kijken. Ik voelde me geen mens, maar een ding.’

Stephen, ex-weeskind uit Kenia

Dit is een Campagne van het better care network netherlands

Privacy verklaring

Disclaimer

FAQ