Neem contact op met NGO’s en andere organisaties die actief zijn op thema’s waar jij ook betrokken bij bent en ontdek of zij jouw inzet kunnen gebruiken. Misschien heeft de gemeente waar jij woont of de school of universiteit waar je naartoe gaat een lijst met lokale non-profitorganisaties. Vraag ernaar.
Houd lokale initiatieven voor vrijwilligersprojecten goed in de gaten. Neem een kijkje bij internationale vrijwilligersnetwerken zoals Global Greeters, een organisatie die actief is in meer dan 150 landen en Volunteer 2030, een internationale campagne met als doel het promoten van vrijwilligerswerk in het kader van de Sustainable Development Goals (SDG’s).
‘Toen mijn vader overleed werd ik naar een weeshuis gebracht. Mijn moeder leefde nog wel, maar had te weinig geld om voor mij te zorgen. In het weeshuis voelde ik me vaak buitengesloten en alleen.’
Caterine, ex-weeskind uit Kenia
‘Toen ik een jaar was, overleed mijn vader en op mijn dertiende mijn moeder. Mijn wereld stortte in. Gelukkig kon ik bij mijn opa en oma wonen, maar dat geluk hebben veel weeskinderen niet. Zo kan ik bijvoorbeeld naar school. Later word ik advocaat zodat ik andere kinderen kan helpen.’
Panith (15 jaar), uit Cambodja.
‘Ik heb een vreselijke tijd gehad in het weeshuis. Er waren twee onopgeleide verzorgsters op meer dan honderd kinderen! We werden geslagen en na het eten gingen de slaapzalen op slot. Ook was er veel seksueel misbruik, maar daar sprak niemand over. Het was wij tegen zij.’
Stephen, ex-weeskind uit Kenia
‘Het leven in een weeshuis lijkt op het leven in een dierentuin. We moesten zingen en dansen voor buurtgenoten en geldschieters die naar ons kwamen kijken. Ik voelde me geen mens, maar een ding.’