“Jij bent daar voor jezelf, niet voor het kind”

Paulus Samuel is socioloog en voormalig partner van Red een Kind in India. Hij heeft veel ervaring met de opvang van weeskinderen dankzij zijn jarenlange werk als coördinator van Care Network, een netwerk van een aantal weeshuizen in India. Hij houdt vrijwilligers en stagiaires een spiegel voor: wat is het effect van tijdelijk werk in een weeshuis?

Een ander perspectief op weeshuizen

‘Wij hebben de neiging om vanuit ons eigen perspectief naar weeshuizen te kijken, maar bekijk het eens vanuit het perspectief van het kind’, vertelt Paulus Samuel. ‘Voor de meeste weeshuizen in India geldt dat zij goed voor kinderen zorgen. Ze voldoen aan de dagelijkse behoeften van de kinderen en beschermen hen; dingen die zij thuis missen. De weeshuizen functioneren goed als een eerste noodoplossing voor kinderen die op dat moment nergens anders terecht kunnen. Vanuit dit perspectief zijn deze kinderen gered.

Maar kijk er gedurende een langere periode naar en stel jezelf dan de vraag hoe het deze kinderen in de komende vijftien of twintig jaar vergaat. Ja, het kind kan in een situatie terechtkomen waarin institutionele opvang noodzakelijk is, maar als het kind ouder wordt zal het vragen gaan stellen en behoefte krijgen aan een netwerk dat normaal gesproken ontstaat door het opgroeien binnen een familie of gemeenschap. De verzorger in een weeshuis moet echter voor veel kinderen tegelijk zorgen en deze zorg houdt op een gegeven moment op. Ook medewerkers veranderen wel eens van werk. Bovendien zullen de kinderen het weeshuis moeten verlaten wanneer zij volwassen worden. Degene met wie je als kind emotioneel verbonden bent zal dus niet altijd bij je blijven. Uiteindelijk kan niemand de familie van een kind vervangen.

Een kind opvangen en in een weeshuis plaatsen is een ééndimensionale oplossing. Deze oplossing is tijdelijk, niet permanent. Als ik kijk naar mijn eigen kinderen, dan zie ik dat ik mij met hun hele leven bezighoud. Ik houd mij bezig met wat voor baan ze krijgen, waar ze kunnen wonen, enzovoort. Mijn interesse in hen stopt niet bij hun achttiende verjaardag. Maar waar gaan kinderen in weeshuizen heen? Zij hebben niemand. Wie houdt hun hand vast? Veel mensen willen deze kinderen helpen, maar denken slechts aan één ding: de eerste opvang. Met goede intenties doen we wel dingen, maar we doen ze niet volledig.

We moeten dus niet meer naar de oplossing van een probleem kijken zoals we dat dertig jaar geleden deden. Toen waren weeshuizen een oplossing voor problemen die speelden in de gemeenschappen, zoals armoede en honger. Uiteindelijk moeten we de vicieuze cirkel van sociaaleconomische problemen doorbreken, zodat veel minder kinderen in probleemsituaties belanden. Daarom richten we ons nu op het versterken van dorpsgemeenschappen, zodat zijzelf veerkrachtig genoeg zijn om de kinderen te geven wat nodig is. Verder moeten we ons veel meer richten op het volledige leven van het kind. Dus niet alleen kijken naar de noodsituatie en hoe we het kind daaruit halen. Want wat gebeurt er vervolgens met ‘geredde’ kinderen? De mensen die nu weeshuizen leiden zijn zich er veel meer van bewust dat dit niet de beste oplossing voor de kinderen is. Ook omdat er nu alternatieve oplossingen zijn. Die waren er vroeger niet.’

Voor je eigen groei

‘Ik begrijp dat jonge mensen graag willen reizen en ervaringen op willen doen. Daar is niets mis mee. Maar als jij als jongere in een buitenlands weeshuis wilt helpen, dan moet je jezelf de volgende vraag stellen: ‘Kan iemand anders daar hetzelfde doen als wat ik wil doen?’ Je neemt het werk van lokale mensen over. Degenen die profiteren van weeshuistoerisme, zijn niet de weeskinderen, maar de studenten. Het is belangrijk om daar eerlijk over te zijn. Bedenk dat als je daar met twintig anderen naartoe reist, je voor dat geld ook een heel nieuw gebouw voor de betreffende organisatie neer zou kunnen zetten. Zeg dus niet dat je de kinderen in het weeshuis gaat helpen. Jij bent daar voor jezelf, niet voor het kind.

Vraag je ook af wat voor invloed je uitoefent. Vind je het zelf een goed idee als er iemand in jouw huis komt om twee maanden voor je kind te zorgen? Iemand die je niet kent? Zelfs de verzorgers en de eigenaar van een tehuis kunnen zo’n kind niet zijn hele leven begeleiden. Dus wat kun jij toevoegen in die twee maanden? Je kunt bovendien niet zomaar ergens naartoe gaan, een ervaring hebben, en dan weglopen. Wat breng je dan teweeg? Deze kinderen zijn extra kwetsbaar. Zij hebben emotionele steun nodig. En dan kom jij: je blijft twee maanden, waarin je een emotionele band met de kinderen opbouwt, en dan verlaat je hen. Wat voor spoor laat je dan achter?

Wat ik aan jongeren wil meegeven, is dit: reizen en ervaringen opdoen is goed. Ga ontdekken hoe de wereld er aan de andere kant uit ziet. Het is mooi als je dit kunt doen! Maar realiseer je dat je dit doet voor je eigen verrijking. En denk na: hoe doe ik het op zo’n manier dat ik anderen niet schaad? Kwetsbare kinderen mogen nooit de dupe worden van jouw leerervaring .’

Credits foto: SOS Kinderdorpen

Lees alle interviews